Abstract
Dit essay bespreekt kwetsbaarheid in het kader van de interactie tussen bestuursrecht en privaatrecht, vanuit het perspectief van scheve financiële- en machtsverhoudingen, met name in de context van de schuldsaneringsregeling. Het essay gaat in op verschillende voorbeelden waar financieel sterke partijen zoals banken ‘beter’ werden behandeld dan financieel kwetsbare partijen. Bovendien bespreekt het essay de gedacht dat financiële gezondheid een eigen verantwoordelijkheid van burgers is. Het essay betoogt dat een van de belangrijkste functies van het recht is om kwetsbare deelnemers aan de samenleving een extra schild te bieden. Financieel zwakke mensen zijn vaak ook de mensen die in het bestuursrecht afhankelijk zijn van de overheid. Zij zijn afhankelijker van toeslagen dan meer vermogende mensen, hebben ook op andere terreinen vaker hulp van de overheid nodig en zijn meestal niet in de gelegenheid zich bij te laten staan door (juridische) adviseurs. Het recht heeft weliswaar de potentie om emancipatie te bewerkstelligen, maar slaagt daar onvoldoende in als het om de financieel zwakkere partij gaat. Dat betekent dat er iets zal moeten veranderen. Dit essay biedt vier voorstellen voor nieuwe algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Abstract
This essay discusses vulnerability in the context of the interaction between administrative law and private law. It focuses on financial and power asymmetries, particularly in the context of the Dutch debt restructuring scheme. The essay examines various examples where financially strong parties, such as banks, were favored in relation to financially vulnerable parties. Furthermore, the essay discusses the narrative of meritocracy and that financial success is an individual’s responsibility. The essay argues that one of the main functions of the law is to provide protection to the most vulnerable members of society. Individuals who are financially vulnerable are often also those who depend on the government the most. They are more dependent on benefits than wealthier individuals, more frequently need government assistance in other areas, and usually do not have the opportunity to be assisted by (legal) advisors. Although the law has the potential to support them, it fails to do so adequately. This essays argues that changes are needed and essay proposes for four new general principles of good administration.
Sleutelwoorden: gelijkwaardigheid; sociale gerechtigheid; problematische schulden